Niveaus

De term NT2 staat voor Nederlands als Tweede Taal. Als je niet in Nederland bent opgegroeid, is de taal die je in je eigen land hebt geleerd (je moedertaal) je eerste taal. Nu je in Nederland woont, wordt het Nederlands je tweede taal. Binnen Europa zijn afspraken gemaakt over de verschillende niveaus waarop je een taal kunt leren. Binnen NT2 kennen we 4 taalniveaus: A1, A2, B1 en B2.

Als je de taal nog (bijna) helemaal niet beheerst, zit je op niveau A0; je bent dan een absolute beginner. In de meeste gevallen heb je dan eerst een cursus Alfabetisering nodig.
A2 wordt gezien als het basisniveau dat je eigenlijk nodig hebt om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven, en niveau A1 is een tussenstapje op weg daar naartoe. Als je niveau A2 hebt bereikt, kun je je met het Nederlands in eenvoudige, alledaagse situaties redden.
Op niveau B1 beheers je de taal zodanig dat je je ook in meer bijzondere situaties goed kunt redden.
Als je niveau B2 hebt bereikt, ervaar je vrijwel geen problemen met het communiceren in de nieuwe taal; jij begrijpt anderen en anderen begrijpen jou.
Het kan zo zijn dat je bijvoorbeeld wat betreft lezen en begrijpen op een hoger niveau komt dan wat betreft spreken en schrijven.

De term NT1 wordt gebruikt om aan te geven dat het om je moedertaal gaat, in dit geval dus om Nederlanders die Nederlandse les volgen. Voor NT1 worden andere niveaus gebruikt: 1F, 2F en 3F. Niveau 1F geeft aan dat je op het niveau zit van het eind van het basisonderwijs, 2F is het niveau van het eind van het vmbo en 3F geeft aan dat je het Nederlands beheerst op het niveau van mbo/havo.